Interview Pablo

Pablo

Vandaag spreek ik Pablo. Een 51-jarige man uit Woerden met een bewogen leven achter zich. Als we een plekje zoeken om even rustig te kunnen praten, trek ik bij de warme kachel snel mijn jas uit. Pablo houdt de zijne gewoon aan. Als ik vraag of hij het niet warm krijgt, vertelt hij me dat hij het nooit te warm en nooit te koud heeft. We maken hier heen en weer wat geintjes over en stellen uiteindelijk vast dat het een mooie beschrijving van Pablo is om in het interview te vertellen. Want dit is wie Pablo is. De man die doordat hij 25 jaar op straat leefde, het niet meer snel warm heeft en niet meer snel koud.

Pablo vertelt over zijn jeugd. Hoe hij op een zigeunerkamp in Den Haag opgegroeid is als 6e in een gezin met 12 kinderen. Hij vertelt mij over de veroordeling waarmee hij aangekeken werd omdat hij op een zigeunerkamp woonde, maar hoe hij het zelf een fijne plek vond om te wonen. Aan die fijne plek zat een grote keerzijde; het opgroeien in een gezin waar hij klappen kreeg, waar weinig liefde was, waar hij als klein jongetje al voor zijn jongere broertjes en zusjes zorgde en waar zijn moeder overleed toen hij 15 jaar was.

En zo kon hij niet anders dan op zijn 16e van huis weglopen en een zwerversleven starten. Na 2 jaar zwerven wordt hij door zijn familie van straat gehaald, hij moet voor zijn jongste broertje komen zorgen. Pablo kijkt me aan als hij dit vertelt en zegt vervolgens: “Mijn vader zei na 2 jaar mij niet gezien of gesproken te hebben alleen maar: o, hij is er weer.”

Pablo vertelt dat hij het thuis niet lang volgehouden heeft. Als zijn broertje naar een kindertehuis gebracht wordt, pakt Pablo zijn leven op de straat weer op. En op zijn 18e krijgt hij een relatie waarna hij in een wat stabielere periode komt. Dit houdt echter geen stand, omdat een onvervulde kinderwens hen uit elkaar drijft. Als Pablo dit vertelt hoor ik bij hem het verdriet. “Dat is echt het grootste gemis in mijn leven. Ik had zo graag vader willen zijn en van die kleine voetjes achter me aan horen komen.”

Als Pablo zijn relatie op zijn 21ste overgaat, belandt hij weer op straat. Vanaf dan begint er een lange periode van zwerven. Van onder andere Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht komt Pablo uiteindelijk in Utrecht terecht. Daar leeft hij 16 jaar lang op straat. Soms slaapt hij in een nachtopvang, maar liever slaapt hij ergens op straat omdat hij daar nog iets van een privéplekje kan vinden. Pablo vertelt over de verslavingen die hij vanaf zijn 16e ontwikkelde: alcohol, cocaïne en softdrugs.

Als ik hem vraag wat uit al die jaren op straat iets is wat hij nooit meer zal vergeten, vertelt Pablo mij over de mensen die hij naast zich zag sterven aan bijvoorbeeld een overdosis. “Dit blijft voor altijd op mijn netvlies staan”, zo vertelt hij.
Op een gegeven moment komt Pablo in de gevangenis terecht en kickt hij daar op eigen initiatief volledig af van de harddrugs. “Ik wilde geen methadon om me daar doorheen te helpen, maar heb het Cold Turkey gedaan. Ik zei tegen de bewakers: laat mij maar even drie weken alleen in mijn cel. Dat hebben ze gedaan. Ze kwamen af en toe alleen even kijken. Die drie weken waren vreselijk. Maar daarna heb ik nooit meer cocaïne aangeraakt.”

Ik vraag Pablo: wat heeft nou op een gegeven moment toch verandering in je situatie gebracht? Dan vertelt Pablo over hoe hij bij hulpverleningsorganisatie Spinoza terecht kwam. Hier mocht hij 3 maanden 1 week in de maand verblijven om te laten zien dat hij inzet toonde en van de alcohol en drugs afbleef. Na die drie maanden kreeg hij een permanente plek om te wonen. Ik vraag hem hoe het was om ineens niet meer op straat te leven en Pablo vertelt dat het na een tijdje ook wel benauwend was. “Ik was verslaafd aan de straat” zo vertelt hij. Daar volgt dan ook de keuze op om toch terug naar de straat te gaan. “Maar na 2 dagen hield ik het voor gezien en ben ik weer terug naar mijn huis gegaan. Toen is echt de knop omgegaan en vanaf toen heb ik niet meer op straat geleefd.

Via het Fasehuis van Kwintes komt Pablo uiteindelijk op de Sleutelbloem terecht. Als ik hem vraag of hij zich nog kan herinneren hoe hij dat vond, vertelt hij dat hij het mooi vond dat hij gelijk echt zichzelf mocht en kon zijn. Pablo heeft heel wat verschillende dingen op de Sleutelbloem gedaan door de jaren heen. Van houtbewerking, bakken, dierverzorging tot aan creatief. “Nu doe ik niets meer, ik heb daar geen zin meer in. Ik kom nu vooral voor een praatje, gezelligheid en aanwezig zijn. Dat vind ik nu het fijnst.

Aangezien Pablo vorig jaar gedoopt is, vraag ik hem ook of hij iets wil vertellen over hoe hij God heeft leren kennen. Pablo vertelt dat hij op zijn 21ste een ongeluk kreeg en daardoor een hersenoperatie moest ondergaan. Zijn zusje en nichtje zaten veel bij zijn bed en baden voor hem. Ze zagen dat hij steeds meer kracht kreeg en God hun gebed verhoorde. Zo heeft Pablo het ook zelf ervaren: “Ik hoorde ze bidden en voelde dat God mij steeds meer kracht gaf om wakker te kunnen worden. Hij heeft mij nieuw leven gegeven.” Daarna was zijn leven nog vaak heel moeilijk, maar toch vertelt Pablo: “God is er altijd bij geweest. In rustigere tijden kon ik meer naar de kerk, maar ook in moeilijke tijden bleef ik bidden. Tijdens mijn gevangenistijd heeft God zich opnieuw laten zien. Afgelopen jaar ben ik na al die jaren ook gedoopt. Hij is mijn Heiland, geeft mij elke dag kracht en dat alles heb ik ook nog eens gratis gekregen.”

Pablo, wil je nog iets meegeven aan de mensen die jouw verhaal lezen? “Bid en blijf bidden en houd je altijd aan God vast.” En heb je nog wensen of verwachtingen voor de toekomst Pablo? “Niet zoveel” zegt Pablo, “Ik hoop op een dag een huisje te hebben waar ik alleen kan wonen.” Dit is ook hoe ik Pablo heb leren kennen. Tevreden met alles wat hij heeft en krijgt en vooral van de kleine dingen in het leven genietend.

Ik bedank Pablo hartelijk voor de openheid waarmee hij alles heeft willen vertellen. Ik zeg hem dat ik het namens alle lezers enorm waardeer dat hij dit wil delen met meer mensen dan mij alleen. We spreken nog even over hoe zulke gesprekken mij elke keer weer het besef geven hoe verschillend je levens kunnen lopen, en dat je aan zoveel dingen niets zelf hebt bijgedragen als je leven niet zo enorm bewogen verloopt. We zeggen elkaar gedag, ik trek mijn jas weer aan en loop weg bij de warme kachel. Ik heb mijn jas wel nodig tegen de kou, maar ik heb dan ook geen 25 jaar op straat geleefd. Ik ben me weer extra bewust van wat een voorrecht en zegen dat is, maar ook hoeveel ik mag leren van mensen die hun verhaal en kwetsbaarheid met mij durven en willen delen. Wat houd ik dan weer van mijn werk en van de mensen die God aan mij gegeven heeft.