Wij allen zijn één in Hem.
Wij schapen, volgen allen dezelfde stem.
Het is de goede Herder die ons leidt.
En er is niets wat ons van Hem scheidt.
Wij zijn beschermd door Zijn leven,
Want alles heeft Hij voor ons willen geven.
Zijn liefde is zo oneindig groot,
Dat Hij Zich vernederde tot in de dood.
In al het lijden dat Hij droeg,
En in elke gesel die Hem sloeg,
Gaf Hij Zich prijs.
Daarvan is Zijn lichaam het bewijs.
In die doorboorde handen en voeten,
Mogen wij, Zijn schapen, genade ontmoeten.
Ja, die eindeloze Genade door Hem gekregen.
En iedere dag mogen wij leven van die grote Zegen!